Komen voor in: The Heir to Pictavia
Toen de roodharige Ron Skene en zijn beste vriend Colin veertien waren, verloren ze allebei hun vader, toen een dronken chauffeur hen doodreed. Het tekende Ron, die het lastig had om zich aan iemand te binden, op zijn beste vriend na. Hij leeft voor zijn werk als politieagent (DS) in Glasgow, maar zijn baas en zijn collega maken het hem niet makkelijk door hem met al het werk op te zadelen. De enige vrouw voor wie Ron ooit iets voelde, is Linda Thatcher, de zus van zijn eigen zuster's Engelse vriend. Nog voor het tot een relatie kon komen, draaide het uit op een ware nachtmerrie.
Als Rons zus terugkeert naar Schotland en Ron het onderzoek voert naar het verdachte overlijden van Ciniod Elphin, raakt alles plots in een stroomversnelling. Tijdens zijn zoektocht naar Ciniod's Regina (zijn koningin) daagt Linda plots op. Het weerzien is zoet en ze groeien nog dichter naar elkaar toe als blijkt dat Ciniod Linda's kleine broer is, de student geschiedenis met een fascinatie voor de vroege geschiedenis en vooral de Picten.
Ron en Lina trouwen - en zo wordt Ron de erfgenaam van Pictavia - en ze krijgen samen vier kinderen: een tweeling, Rhona - ook met rosse haren- en Robert, Louis - nog een roodharige - en Lorna. Rhona zal even intelligent en ambitieus als haar oom blijken. Ze spreekt vloeiend Gaelic en Latijn en zal Schotse geschiedenis studeren, een doctoraat behalen en uiteindelijk zelfs professor worden, met specialisatie in Picten en Schotten.