Ik weet best wel dat Buachaille Etive Mor groter is. En ja, Buachaille Etive Mor is indrukwekkender, want zodra je Glen Coe nadert, zie je die majestueuze driehoek opdoemen, die eerste berg van die prachtige vallei. Maar de grote herder is geen gemakkelijke Munro om te beklimmen. Zijn kleinere broer daarentegen, wel (voor een Murno vanzelfsprekend). Bovendien, 'kleiner' is echt wel relatief, want eigenlijk schelen ze niet zo gek veel. Ze liggen vlak naast elkaar en hebben zelfs een gelijkaardige vorm. En de kleinste van de twee moet echt niet onderdoen qua uitzichten eenmaal boven (als het weer mee wil natuurlijk). Dus kijk niet neer op Buachaille Etive Beag. Neen, kijk omhoog, beklim die kanjer en geniet van het panorama.
Langs de weg in Glen Coe vind je vele parkings. Je moet die nemen rechttegenover de 'Beehive' cairn. Maar dat zegt weinig als je niet weet wat die beehive cairn is. Ik vond het makkelijker om de parkings te tellen en de juiste eruit te pikken. Het is dezelfde parking die je naar Glen Etive gidst. Die wandeling is ook wel echt de moeite. Voor wie het niet zo op hoogtes heeft begrepen kan een wandeling door de Lairig Eilde vallei je naar een uitzichtpunt brengen waar je een prachtig uitzicht op Glen Etive krijgt.
Buachaille Etive Beag is een berg met twee Munro's. De eerste die je ziet is Stob Coire Raineach en die is verbonden met Stob Dubh via een bealach. Pas op: er is nog een Stob Dubh en die vind je direct ten zuiden van de Buachaille Etive Beag. Dit is een Corbett en wordt doorgaans geregistreerd als: 'Stob Dubh (Beinn Ceitlein)'. Vandaar ook het feit dat Stob Dubh altijd Buachaille achter zijn naam krijgt. De foto links is van Stob Coire Raineach ter hoogte van de bealach.
Je begint de wandeling aan de parking. Eerst zit je op hetzelfde pad richting Glen Etive maar bij de eerste splitsing ga je links. Je gaat nu recht naar het midden van de berg. De kleine herder heeft steile hellingen aan beide zijden, maar aan deze kant van de vallei is er een volledig gerenoveerd pad met grote stenen treden dat je helemaal tot aan de bealach brengt. Het is nog altijd verdomd steil, met grote and onregelmatige treden, maar het is een pad (en sommigen onder ons eisen een pad).
Eenmaal bovenaan de bealach ga je naar rechts. Zoals je op de eerste foto kon zien, als ook op de foto hier rechts is er een hoogte tussen de twee Munro's: point 902. De foto rechts is met zicht op Stob Coire Raineach.
Er is iets wat ik nog wil meegeven. Deze foto geeft de indruk dat de bergkam naar de top verschrikkelijk smal is. Wel, dat is echt niet zo. Schijn bedriegt, want het pad is echt breed genoeg om comfortabel rond te wandelen en rond te kijken. De laatste meters heb je geen pad meer, maar het is een kort klimmetje dat je niet mag laten liggen.
Toen wij Stob Dubh beklommen, zagen we echter helemaal niets tot we helemaal boven waren. De wolken hingen zo laag dat er helemaal niets te zien was: geen Stob Dubh, geen Buachaille Etive Mor, Stob Coire Sgreamach (naar het westen), Aonach Eagach (naar het noorden), niets. En eigenlijk was dat een geluk bij een ongeluk, want die bedrieglijk smalle bergkam was ook niet te zien. Maar geloof me vrij: het is echt niet zo smal als het eruit ziet.
Dus klim die laatste meters, en als je aan de cairn arriveert, wandel dan een beetje verder, want de beste vergezichten krijg je achteraan de berg. Zoals je kan zien op de foto zijn meerdere bergschoenen je al voorgegaan.
Ik moet toegeven dat ik snel moest zijn. De wandelaars voor ons hadden niet het minste zicht gekregen. Naar het westen bleven de wolken hangen, maar ik kreeg bij momenten de meest waanzinnig mooie panorama's van Glen Coe en Glen Etive.
Buachaille Etive Mor.
De twee broers.
Buachaille Etive Beag met Aonach Eagach op de achtergrond.
Point 902 en Stob Coire Raineach.
Glen Etive.
Durf eens zeggen dat dit niet de moeite loont.
Oh, nog één ding. Op Buachaille Etive Beag vind je allerlei soorten mensen. We ontmoetten een jong gastje (tien jaar) wiens vader hem net zijn eerste Munro had laten beklimmen. We ontmoetten de echte Munro-baggers die in een drafje beide Munro's beklommen en eentje had het zelfs over de toeristen-jungle. We ontmoetten er ook mensen die geen flauw benul hadden waar ze zaten en waarmee ze bezig waren. Ze hadden hun auto geparkeerd, waren uitgestapt en waren zomaar bezig een echte Munro te beklimmen.
Wat mij betreft, na Stob Dubh had ik nog zin en energie om de andere Munro te beklimmen. Maar bij mijn wederhelft klonk een kordate neen. Een uurtje later wist ik maar al te goed dat ze gelijk had. De treden naar beneden zijn groot en als je klein van gestalte bent en zwakke knietjes en dito rug hebt, dan durven die treden de nodige energie eisen. De laatste honderden meters heb ik lachend van vermoeidheid afgewandeld. Maar wat een fantastische dag was dat. En die tweede Munro, die houden we voor de volgende afspraak.
Gedaan op 27 augustus 2017.